Wet op het specifiek cultuurbeleid
Artikel 5
1
Onze Minister kan op aanvraag ten behoeve van cultuuruitingen specifieke uitkeringen verstrekken van tenminste 4 500:
a
voor experimenten;
b
ter bevordering van de totstandkoming van nieuwe voorzieningen;
c
ter stimulering van activiteiten vanuit bestaande voorzieningen;
d
ter bevordering van deskundigheid en onderzoek;
e
ten behoeve van behoud van het cultureel erfgoed.
2
Specifieke uitkeringen als bedoeld in het eerste lid, onder a, b, c en e, worden gedurende ten hoogste 4 jaren verstrekt.
3
Specifieke uitkeringen als bedoeld in het eerste lid, onder d, worden éénmalig verstrekt.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.